De Levende Natuur nummer 3 van 2018 (Papieren magazine)
Afbeelding
Stap voor stap ontrafelen van herstel groot zeegras.
L.L. Govers, T. van der Heide, Q.J. Smeele, J.H.T. Heusinkveld & A. van der Eijk
Tot ca 80 jaar geleden kwam groot zeegras volop voor in de Waddenzee. Helaas is de soort vrijwel geheel verdwenen. Nieuwe zeegrasvelden zouden het Waddensysteem aanzienlijk verrijken. Maar hoe zeegras te herintroduceren? Een vierjarig project onderzocht de sleutelfactoren voor herstel. Drie bottlenecks zijn overwonnen: het zaadverlies tijdens de overwintering, een waterschimmelinfectie en de zaaimethode.
Boomnest van de behaarde bosmier.
A.A. Mabelis
In een dode beuk in het Amerongse Bos werd een boomnest van de behaarde bosmier aangetroffen en drie seizoenen gevolgd. Waarom zouden de mieren kiezen voor zo’n boomnest?
Betekenis van greppel plas-dras als habitat voor weidevogelkuikens.
T. Visser & Th.C.P. Melman
Ontwatering in de agrarische bedrijfsvoering is één van de grootste hinderpalen voor het habitat van weidevogels. Zou het op kleine schaal creëren van vochtige/natte omstandigheden hiervoor een oplossing kunnen zijn, bijvoorbeeld in de vorm van ‘greppel plas-dras’. Dit artikel beschrijft de resultaten van onderzoek in de Eempolders naar het effect van greppel plas-dras op de kwaliteit van het grasland als foerageerhabitat voor weidevogelkuikens, aan de hand van de biomassa, openheid (doorwaadbaarheid) en structuurvariatie van de vegetatie, de insectenrijkdom en de mate waarin weidevogelgezinnen gebruik maken van percelen met een greppel plas-dras.
Hoogveenregeneratie in het Kleine veen (Fochteloërveen) 1980-2016.
J. Wiegers
Na een brand in 1980 op een deel van het Fochteloërveen, het zogenoemde Kleine veen, is de ontwikkeling van de vegetatie in detail gevolgd in reactie op verschillende beheermaatregelen. Wat valt er hiervan te leren voor de kansen op regeneratie van hoogveenvegetatie?
Tapuiten en duinbeheer in de Noordkop.
C.A.M. van Turnhout, F.A. Majoor & T. Zutt
In de duinen tussen Den Helder en Callantsoog bevindt zich het grootste resterende bolwerk van de tapuit in Nederland. Sinds 2007 worden hier de aantallen, het broedsucces en de overleving gevolgd, mede in relatie tot de verschillende beheermaatregelen ten behoeve van de tapuit en zijn habitat. Met die kennis moet de momenteel ‘zeer ongunstige staat van instandhouding’ van de tapuit kunnen worden verbeterd.
Afgestoven en opgewaaid. Vroege boeren en de vorming van stuifzand.
N.W. Willemse
Aan het einde van de ijstijd werden zandafzettingen vastgelegd door pioniervegetatie en uiteindelijk door bos. Door verschillende oorzaken ontstonden er in de millennia daarna grote open plekken in het vegetatiedek met nieuwe zandverstuivingen tot gevolg. Over het ontstaan van stuifzanden bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Zijn de stuifzanden ooit ontstaan als reactie op een verslechterend klimaat, door grondwaterstanddaling, of speelt menselijk ingrijpen een meer dominante rol?
LandschappenNL
Samengesteld en gefinancierd door de twaalf provinciale Landschappen. Deze keer berichten van Groninger Landschap en It Fryske Gea
Netwerk Groene Bureaus
Samengesteld en gefinancierd door het Netwerk Groene Bureaus