Richtlijnen voor auteurs

Fijn dat u overweegt een artikel voor het oudste natuurtijdschrift van Nederland te schrijven!

De Levende Natuur plaatst artikelen over natuurbescherming en natuurbehoud in de bredere zin, meer specifiek over natuurbeheer, natuurontwikkeling, beleid en beleving. We beperken ons niet tot specifieke planten of diergroepen, maar nemen artikelen op over alle soorten organismen, vooral in relatie tot beheer en herstel. Ons doel daarbij is kennisoverdracht, niet alleen aan mensen uit beheer en beleid, maar aan eenieder die geïnteresseerd is in natuur en beheer.

Artikelen zijn vooral, maar niet uitsluitend gebaseerd op eigen onderzoek, observatie en ervaring van de auteurs. Daarnaast plaatsen wij opinies in onze rubriek platform en brengen wij discussies uit het veld in onze kolommen, in de rubriek De Splijtzwam.

Artikelen die worden ingestuurd via redactie@delevendenatuur.nl worden zorgvuldig gelezen en beoordeeld door een kundige redactie. U ontvangt te allen tijde een reactie van ons.

Om overbodig werk of teleurstellingen te voorkomen willen we u nadrukkelijk uitnodigen om eerst een voorstel voor een artikel, met een beknopte samenvatting van de strekking in te sturen.

Hieronder treft u een gedetailleerde uitwerking van onze richtlijnen voor auteurs. Schroomt u niet om bij onduidelijkheden contact op te nemen via redactie@delevendenatuur.nl

Met vriendelijke groet,

Rob Buiter
Hoofdredacteur

Hoofdredacteur


Dit zijn de richtlijnen voor een artikel bij De Levende Natuur.

Algemeen:

De Levende Natuur kent naast de traditionele wetenschappelijk getinte artikelen ook populariserende en journalistieke bijdragen. Beide bloedgroepen willen we in stijl ook wat nader tot elkaar brengen. Daartoe hebben we de volgende concrete richtlijnen opgesteld.

  1. Om de soepele leesbaarheid van de wetenschappelijke stukken te vergroten, stimuleren we een actieve schrijfstijl. We realiseren ons dat dit in de wetenschappelijke literatuur niet gebruikelijk is, maar De Levende Natuur zet de personen die een onderzoek hebben uitgevoerd graag voorop. Dus niet: ‘De bijenorchissen zijn geïnventariseerd’, maar ‘We hebben de bijenorchissen geïnventariseerd’. De ervaring leert dat een actieve schrijfstijl de leesbaarheid met sprongen verbetert.
  2. Wij gebruiken geen wetenschappelijke soortnamen voor planten of dieren, alleen wanneer je redelijkerwijs mag verwachten dat een Nederlandse soortnaam verwarring of onduidelijkheid zal zaaien. Een roodborst heet bij ons dus gewoon roodborst en niet ook nog Erithacus rubecula.
    Namen van soorten worden bovendien met kleine letters geschreven (dus geen beginkapitaal). De wetenschappelijke naam gebruiken we alleen als verwarring mogelijk is of bij soorten zonder Nederlandse naam. Namen van vegetatietypen: Wetenschappelijke naam cursief. Bijv: ...als rompgemeenschap van het Genisto-Callunetum… of ... droge heischrale graslanden (Galium hercynici-Festucetum ovinae)…
  3. In De Levende Natuur zijn auteurs ook echt auteurs. We vertrouwen erop dat de namen die boven en onderaan een artikel komen te staan ook hebben bijgedragen aan het daadwerkelijke schrijven van het stuk. Mensen die bedankt of geëerd moeten worden verdienen een plek in het dankwoord. Daarom streven we naar een maximum van vier auteursvermeldingen, tenzij aannemelijk is dat meer mensen echt aan het stuk hebben geschreven.
    Alle auteurs worden boven een artikel genoemd. Van alleen de eerste auteur staat onderaan een contact (mail)adres.
  4. Kies voor een heldere, afgebakende vraagstelling.
  5. Kies een korte titel (liefst met een maximum van 40 tekens).
  6. Boven de titel komt een prikkelende Nederlandse introductie, dus geen strikte samenvatting (150-200 woorden). Die moet de lezer nadrukkelijk uitnodigen om het artikel te lezen, dus het belangrijkste resultaat moet genoemd worden!
  7. De Engelse samenvatting aan het eind (die wij alleen op het digitale magazine plaatsen, dus niet in print) is de meer traditionele samenvatting in de strikte zin van het woord.
  8. De inleiding (na de titel) geeft een korte (max. 60 woorden) introductie tot het probleem, die ook de vraagstelling bevat.
  9. De lengte van het artikel (exclusief literatuurlijst en bijschriften) is: max. 2.700 woorden (6 p). Alleen in overleg kan van deze bovengrens worden afgeweken. Andere gebruikelijke lengtes zijn 1800 voor een 4 p. artikel of 900 voor een ‘spread’ (2p)
  10. Net als de Engelse summary plaatsen wij de literatuurlijst in gedrukte vorm alleen als een QR-code, die verwijst naar ons digitale magazine. Daarmee creëren we meer ruimte voor de hoofdtekst en stimuleren we het gebruik van ons digitale magazine. Omdat de eigenlijke literatuurlijst dus alleen digitaal beschikbaar wordt gesteld, hanteren we – anders dan voorheen – ook geen maximum aantal verwijzingen meer.
  11. In de tekst verwijzen we als volgt naar de literatuur:
    Bij één auteur: (Jansen, 2023);
    Bij twee auteurs: (Jansen & Jansen, 2023);
    Bij drie of meer auteurs: (Jansen et al., 2023).
  12. Verwijzingen naar tabellen, figuren (bv. grafieken) en foto’s in de tekst als volgt: (1), (2), (3a), (3b), (4)
  13. De Engelse Summary  telt max. 150 woorden.
  14. Tabellen en grafieken moeten waar mogelijk ook als ruwe (excel)data worden aangeleverd. Vermijd erg lange tabellen. Eventueel kunnen die alleen online in een ‘elektronisch supplement’ worden geplaatst.
  15. Bijschriften bij figuren en foto’s (in de hoogst mogelijke resolutie) moeten informatief zijn. Vermeld ook de fotograaf.
  16. Opbouw literatuurlijst: kopje Literatuur.

Daaronder op alfabetische volgorde van achternaam.
Dijk, J. van, 2023. De ecologie van de huismus. Nature: 223-230.
Dus: Eerst achternaam, dan voorletters, dan eventuele voorvoegsels, jaartal punt. Titel punt. Uitgave (naam komma plaats punt). Indien specifieke bladzijden, dan geen punt, maar dubbele punt, 1e pagina - laatste pagina punt. Indien twee auteurs:
Dijk, J. van, A. de Boer, 2023. De ecologie van de huismus. Nature: 223-230.
Dus: Achternaam 1e auteur, voorletters, eventuele voorvoegsels & voorletters 2e auteur, eventuele voorvoegsels, achternaam komma jaartal punt enz.
Indien drie auteurs of meer:
Dijk, J. van, A. de Boer & B. Janssen, 2023. De ecologie van de huismus. Nature: 223-230.
Dus: Achternaam 1e auteur, voorletters, eventuele voorvoegsels komma voorletters 2e auteur, eventuele voorvoegsels, achternaam & of komma voorletters 3e auteur, eventuele voorvoegsels, achternaam enz.
komma jaartal punt enz.
Bij vermelding uit een boek:
Dijk, J. van, 2023. De huismus. Noordboek.
 

Indien beschikbaar ook de complete ‘DOI’ vermelden!

  1. Bijschriften tabellen, figuren en foto’s als volgt: (N) punt Titel

Wijze van aanleveren

  1. Tekst dient zonder opmaak via e-mail aangeleverd te worden aan redactie@delevendenatuur.nl
  2. Beeldmateriaal (tabellen, figuren, foto’s) niet in de tekst opnemen, maar aanleveren op aparte pagina(‘s) en als separate bestanden in de hoogst denkbare resolutie.

Beeldmateriaal

  • Het blad wordt gedrukt in full-colour: dus beeldmateriaal wordt in principe in kleur geplaatst.
  • Kleurenblindheid: houd bij het samenstellen van beeldmateriaal (met name grafieken/diagrammen) rekening met kleurenblindheid. Voorzie lijnen daarom behalve van verschil in kleur, ook van bolletjes, vierkantjes etc.
  • Eenheid in vormgeving: omdat De Levende Natuur streeft naar een consequent gebruik van lettertypen en lettergrootte (i.v.m. de leesbaarheid) dient u beeldmateriaal waarin tekst voorkomt, zoals illustraties, kaarten en figuren zowel met, als ook zonder tekst aan te leveren.
  • Kaartmateriaal: het verzoek is om zowel een bestand met alle door u toegevoegde gegevens (terreinnamen, belijning, noordpijl, schaalbalk, legenda enz.) aan te leveren, als een bestand van de ‘kale’ onderliggende kaart met apart de legenda. Indien u dit als een Photoshop-bestand aanlevert, dan de toegevoegde gegevens in aparte lagen opnemen. Let op: niet samenvoegen bij het opslaan!
  • Foto’s, illustraties en kaartmateriaal digitaal aanleveren in zo hoog mogelijke resolutie; elk als een los bestand. Bedenk dat voor een goed drukresultaat minimaal 300 dpi op afdrukgrootte nodig is; dat betekent dat voor een pagina-breed beeld (foto, illustratie of kaart) van 21 cm (± 2.500 pixels) en een hoogte van bijvoorbeeld 10 cm (± 1.250 pixels) het bestand weggeschreven als TIFF (rgb) rond 9 MB wordt en weggeschreven als .jpg (rgb) tegen de 3 MB. Opmerking: beeld dat voor een Powerpointpresentatie is aangemaakt is ongeschikt voor kwalitatief drukwerk.
  • Tabellen bij voorkeur aanleveren als Excel-bestand. Of maken met behulp van tabinstelling (dus niet met spaties).
  • Grafieken en diagrammen aanleveren als losse (Excel- of Word)bestanden zonder opmaak (omkadering etc.); niet in het tekstbestand opnemen. Grafieken gemaakt in Excel graag als excel-bestand aanleveren. Figuren kunnen ook als gevectoriseerd eps-bestand (bijv. vanuit Illustrator) of als pdf (met hoogwaardig profiel i.v.m. drukwerkkwaliteit) aangeleverd worden.