De Levende Natuur nummer 2 van 2002 (Papieren magazine)

Afbeelding

DLN 2002-2

 

 Is de Zeggekorfslak zaligmakend?

Redactie

 

 Branden als beheermaatregel voor vermoste stuifzandvegetatie?

Ketner-Oostra, R.

Stuifzandgebieden zijn in Nederland zeldzaam; dichtgroeien door vermossing is één van de eerste bedreigingen. Toen er in 1995 per ongeluk een bermbrand ontstond, werd ca 35 ha stuifzand- en heidevegetatie op de Veluwe verbrand. Direct erna zijn jaarlijkse vegetatie-opnamen gestart, zodat nagegaan kon worden welke effecten deze brand heeft gehad op de vegetatie-ontwikkeling. Kan branden een effectieve beheermaatregel zijn om pionierstadia in stuifzandgebieden te bevorderen?

 

 Maatwerk voor de verbindingszone Terhorsterzand-Scharreveld-Orvelterzand.

Vermeulen, H.J.W., Opsteeg, T.J. & A. Kooij

In Midden-Drenthe is nagegaan in hoeverre een al eerder geplande ecologische verbindingszone zou kunnen worden gebruikt door kleine, bodemgebonden dieren van droge schraallanden. Vanwege zijn gevoeligheid voor versnippering en veel voorkomend in Drenthe is als voorbeeldsoort de loopkever Poecilus lepidus gekozen. Met behulp van een simulatiemodel, gebaseerd op eigenschappen van deze loopkeversoort, is het mogelijk om verbeteringen in het tracé aan te geven.

 

 Groene Stippen voor Rode Lijstsoorten: evaluatie van herstelmaatregelen.

Bekker, R.M. & E.J. Lammerts

Allerlei herstelprojecten worden in verschillende terreintypen uitgevoerd met verschillend resultaat, tot nog toe, d.w.z. na ca tien jaar. Sommige soorten keren terug of nemen in aantal toe! Auteurs zijn op zoek gegaan naar een methode om het succes van herstelmaatregelen te kunnen meten. Resultaten zijn vooral waarneembaar bij pioniersoorten. Ecosystemen met een veel langere ontwikkelingstijd, zoals laag- en hoogvenen en bossen, zijn dan ook niet in de analyse betrokken.

 

 Herstel van duingraslanden door wisselbeweiding met Drentse heideschapen.

Mourik, J.

In de duinen van Gemeentewaterleidingen Amsterdam is geëxperimenteerd met begrazing door Drentse heideschapen gedurende korte perioden in verschillende duindelen. Beoogd werd hiermee het rondtrekken van een schaapskudde na te bootsen. Tegelijk was er de vraag in hoeverre de schapen een alternatief konden zijn voor kleinschalig maaibeheer bij herstel van kortgrazige vegetatie.

 

 Melkveehouderij in natuurgebieden: effecten voor de boer en de natuur.

Heerdt, G.N.J. ter & J.P. Bakker

In 1988 is een experiment gestart om na te gaan of een duurzame en rendabele bedrijfsvoering met melkvee in het Stroomdallandschap Drentsche A mogelijk is, en of dit beheer resulteert in een verhoogde soortenrijkdom van de vegetatie. Hiertoe zijn drie graslandpercelen met elkaar vergeleken, die verschilden in vochthuishouding en grondsoort, nl. zand, leem en veen.