Reactie (1/5) op platform "Natuurbescherming verwordt tot pretparkbeheer!" (mei 2010)

Door: Remmerswaal

Bijlage bij het schrijven van Remmerswaal van 2010-07-10

Het kritische artikel van de heren De Raad, Ouweneel en Bijlsma moet o.i. de basis vormen voor een bezinnende discussie over het vinden van een evenwichtig gebruik van onze schaarse natuurgebieden. Het is duidelijk, dat in een dichtbevolkt land als Nederland een draagvlak moet worden geschapen voor een bredere belangstelling voor alles wat leeft en groeit in ons land om zodoende de bevolking te leren verantwoord om te gaan met ons kostbare bezit. Dit aspect is altijd een belangrijk uitgangspunt van het IVN (Instituut voor Natuur- en milieueducatie) geweest. Iets dat door daartoe opgeleide vrijwilligers - de zgn. natuurgidsen - met liefde en enthousiasme gratis werd gedaan. Daarbij werd ook altijd aandacht besteed aan het niet beschadigen of meenemen van paddenstoelen, planten e.d. Begrijpelijkerwijs sprak het succes van deze IVN-excursies de terreinbeheerders aan.

Helaas werd daar een bron van inkomsten in gezien met tot gevolg, dat het IVN concurrentie kreeg van boswachters en professionele rondleiders. Ondanks het feit, dat men voor de deelneming aan die rondleidingen moest betalen, bleek het publiek dat aan te spreken. Met het gevolg een overaanbod aan excursies en een teruglopende deelname aan de IVN- wandelingen en afnemend enthousiasme van de IVN-gidsen.

Zoals al veel vaker is geconstateerd, heeft de vercommercialisering van een onderwerp ongewenste neveneffecten, die door de auteurs van het artikel treffend worden beschreven. De wensen, die niet alleen zij hebben, zijn in ons dichtbevolkte land niet helemaal haalbaar, maar als de terreinbeheerders zich strikt aan de Flora- en Faunawet houden en zich ook streng houden aan hun eigen beperkende bepalingen van toegankelijkheid, moet het beheersbaar blijven.

Helaas wringt juist daar de schoen! Er wordt op grote schaal de hand gelicht met de handhaving van zowel de wetten als de toegangsbepalingen! Onder het motto: “dat moet toch kunnen, want dat is leuk voor het publiek”, worden in het broedseizoen van onze bedreigde vogelsoorten dagenlange festivals, boskapwedstrijden, crossmotorwedstrijden e.d. gehouden. En als dan de gealarmeerde burger denkt steun te vinden bij het Ministerie van LNV en dit ministerie strenge beperkende voorwaarden stelt aan een dergelijk evenement in het broedseizoen, blijkt men zich daar niets van aan te trekken. Bovendien worden de gestelde voorwaarden niet door de terreinbeheerder, noch door AID of de politie gecontroleerd, laat staan door corrigerend optreden gehandhaafd

Een dergelijk festival is op een idyllische plaats in onze onmiddellijke omgeving “op de verkeerde plaats en op het verkeerde tijdstip” gehouden. Daarbij blijken een twintigtal nesten van broedende vogels te zijn verstoord. Ook een week na het “festival” valt er nog steeds geen vogel in een zone van vijftig tot tachtig meter rondom het “feestterrein” meer waar te nemen.

Wij zijn nog in afwachting van een bericht van de terreinbeheerder, die wij de telresutaten van voor en na het festival alsmede de op foto vastgelegde overtredingen van de LNV-eisen en de overschrijdingen van het toegestane geluidsniveau, hebben gemeld.

Helaas hebben wij redenen om aan te nemen, dat ook volgend jaar de FFwet e.d. weer geweld zal worden aangedaan zonder dat daartegen zal worden opgetreden, want het is “zo leuk en het moet toch kunnen”, vindt de verantwoordelijke boswachter!

Helaas dringen de toenemende wetteloosheid en de gevolgen daarvan ook door in onze natuurgebieden. Het is treurig dat op deze wijze ons cultuurbewustzijn verloren gaat en wij slechts verpauperde terreinen aan onze kinderen en kleinkinderen zullen nalaten, waarin biodiversiteit en dat wat wij “natuur” noemen niet meer bestaan.

Van de “Levende Natuur” naar een “Dode Natuur”!