De Levende Natuur nummer 2 van 2022 (Digitaal magazine)

Afbeelding

De Levende Natuur 2 2022

Forse toename geelgors en grasmus dankzij veldstruweel 

In de Veenkoloniale akkers van het Boerenbuitengebied bij Muntendam in Zuidoost-Groningen is de grasmus in vijf jaar tijd met 80 procent toegenomen en de geelgors zelfs met 111 procent. Dat is te danken aan de aanplant van 94 kleine veldstruwelen: lage, struikachtige vegetaties van bijvoorbeeld meidoorn, hondsroos en braam. De struwelen zijn door boeren en burgers geplant op ongebruikte plekken: op bermen en dammen, rond mestbassins, onder hoogspanningsmasten. Het Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels hield de aantallen vogels bij en het effect bleek groot. Gemiddeld leverde de aanplant van drie struweelvakjes 1 broedende grasmus en 1 broedende geelgors op. 

In de intensieve landbouw is veel veldstruweel verdwenen, terwijl struweel belangrijk is voor akkernatuur, in het bijzonder voor akkervogels. Nieuwe aanplant ervan is eenvoudige maatregel die burgers en boeren bij elkaar brengt, is er in akkerbouwgebieden veel natuurwinst te behalen. 

Lees het artikel

 

Bijkomstige ontdekking gedrag grootoorvleermuizen

Toen de Centrale As door Friesland werd aangelegd, een tot vier rijstroken verbrede autoweg, werd er gevreesd voor de kolonie grootoorvleermuizen in de kerk van Sumar. Voor die beestjes werden op veilige hoogte oversteekplaatsen ingericht, de zogenoemde hopovers. Met onder meer radiozendertjes en warmtecamera zijn de vleermuizen op de vleugel gevolgd. Ze bleken de hopovers veel te gebruiken. Bijkomstige ontdekkingen waren dat grootoorvleermuizen veel verder van huis vliegen dan gedacht werd, en dat ze niet alleen langs bomenrijen op insecten jagen, maar ook boven rietvelden met wilgenopslag.

Samenvatting lezen

 

Sieralgen in vennen herstellen niet van verzuring

De afgelopen 100 jaar is de natuurwaarde van vennen enorm achteruit gegaan, zoals blijkt uit inventarisaties van sieralgen: microscopische groenwieren met prachtige vormen. De sieralgenflora is in drie vennen bijgehouden tussen 1916 en 2014, vanaf 1978 door meerdere bemonsteringen per jaar. De soortensamenstelling is sterk veranderd, voornamelijk door verzuring. De verschuivingen zijn het grootst in vennen met vlakke oevers, die in extreem droge zomers aan de lucht zijn blootgesteld. Na de droge zomer van 1921 waren de veranderingen klein, maar na de droge zomer van 1976 waren de veranderingen dramatisch, omdat zwavel- en stikstofverbindingen uit de bodem het water verzuurden. De natuurwaarde daalde, maar nam weer licht toe in de jaren tachtig, dankzij de afname van verzurende depositie. Ondanks de blijvende daling daarvan, is de sieralgenflora niet hersteld; integendeel, de natuurwaarde is verder gedaald. Vooral de chemische dynamiek als gevolg van de voorraad zwavel- en stikstofverbindingen, die in een eeuw in de venbodems is opgebouwd, belemmert de ontwikkeling van zeldzame sieralgsoorten. Die zijn juist gebonden aan stabiele milieuomstandigheden.

Samenvatting lezen

 

Dood hout brengt leven in de rivier

Met dode bomen in rivieren wil Rijkswaterstaat de hoeveelheid en diversiteit in waterfauna stimuleren. Omgevallen dode bomen in het water vormen een – tegenwoordig zeldzame - habitat. Rivieroevers bestaan vrijwel altijd uit stortstenen. De eerste inventarisaties laten hoopvolle resultaten zien op enkele van de 40 plekken waar dode bomen in rivieren zijn gelegd.

Samenvatting lezen

 

De Splijtzwam: Jagen met oog voor ecologie?

In De Splijtzwam laat De Levende Natuur deskundigen de degens kruisen over een heikel onderwerp uit het natuurbeheer. Deze editie pleit de Groningse hoogleraar natuurbeheer Chris Smit voor meer ‘natuurvolgend wildbeheer’. Minder jagen dus en meer ruimte voor natuurlijke processen op bijvoorbeeld de Veluwe. Erik Koffeman, secretaris van de faunabeheereenheid Gelderland voorziet een kaalslag in de bossen wanneer herten en zwijnen meer de vrije hand zouden krijgen.

Lees het artikel