De Levende Natuur nummer 2 van 2023 (Digitaal magazine)

Thema

Bossenspecial

Afbeelding

Cover De Levende Natuur nr 2 2023

Bossenspecial

Het tweede nummer van De Levende Natuur in ’23 is een extra dik nummer rond de Bossenstrategie.

De overheid wil in 2030 10 procent meer bos in Nederland gerealiseerd hebben. Maar hoe en waar moet dat komen? Welke boomsoorten moeten een plek krijgen in dat nieuwe bos? En wat doen de herten op de Veluwe met de bosdoelen?

Om extra artikelen te kunnen plaatsen, ontvingen we voor dit nummer een financiële bijdrage van het ministerie van LNV.

Splijtzwam: houtoogst

In De Splijtzwam discussiëren we met deskundigen over hete hangijzers uit het natuurbeheer. In de bossenspecial gaat die discussie over het aangekondigde oogstverbod uit Gelderse bossen. De provincie wil eigenaren van negenduizend hectare oude bossen verbieden om nog langer hout te oogsten. De Wageningse bosecoloog Rienk-Jan Bijlsma vindt dat een goede manier om de ecologische waarden van het bos te versterken. Maar zijn collega, zelfstandig adviseur Simon Klingen vindt dat er uit dat verbod een verkeerd signaal spreekt. ‘Hout is niet fout’, benadrukt hij. ‘Oogst en ecologie kunnen goed samengaan.’

Lees het artikel hier

 

Hinderen herten de bossenstrategie?

Grazende herten belemmeren de ontwikkeling naar een divers loofbos. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een monitoringsproject op de Veluwe. Hoe meer herten er voorkomen, hoe meer de jonge bomen worden aangevreten. Met name loofbomen worden dermate vaak aangevreten dat de verjonging daarvan ernstig wordt belemmerd. Voldoende verjonging en verhoging van de diversiteit in loofbomen is dan ook alleen mogelijk na een verlaging van de dichtheid aan hoefdieren. De teruggekeerde wolf zal hier waarschijnlijk geen afdoende oplossing bieden, zo stelt bosecoloog Jan den Ouden in De Levende Natuur.

Zwarte spechten doen het goed na storm en houtkap

Zwarte spechten broeden sinds 1929 in Drenthe. Die bossen werden ouder en het beheer ervan veranderde. De populatie groeide tot een piek van zo’n honderd paar rond 1980. In de jaren ’90 daalde het aantal tot zestig paar. Die piek is waarschijnlijk te danken aan twee zware stormen, begin jaren zeventig, die lappen bos omver bliezen. Ook boskap lijkt tijdelijk een gunstig effect te hebben. Dat schrijft Willem van Manen van Sovon Vogelonderzoek Nederland in De Levende Natuur. Van Manen doet al jaren onderzoek naar zwarte spechten.

De hoogste dichtheden in Drenthe halen die vogels in dennenbos op zandgrond. Toch is productiebos met vooral sparren zeker zo belangrijk, vanwege de veel grotere oppervlakte. Van Manen merkt op dat, zolang in sparrenbossen niet werd ingegrepen, de spechtendichtheden laag bleven. De kap van bospercelen bracht daarin verandering. Net als na beide stormen vinden zwarte spechten in de door zulke rampen aangerichte ravage waarschijnlijk meer dood hout met voedsel voor hun jongen.