De Levende Natuur nummer 4 van 2003 (Papieren magazine)

Afbeelding

DLN 2003-4

 

 Het Europese netwerk Natura 2000 nadert voltooiing in Nederland.

Osieck, E.R.

Vijf jaar geleden verscheen in De Levende Natuur een themanummer dat geheel gewijd was aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en in het bijzonder het Europees ecologisch netwerk Natura 2000. Daarin werd een uitgebreid overzicht gegeven van habitattypen en soorten die binnen dit netwerk bescherming moeten gaan krijgen. Wat is er sindsdien gebeurd? Behalve gebiedsaanwijzingen onder de Vogelrichtlijn zijn er onlangs ook nieuwe gebieden onder de Habitatrichtlijn aangemeld. Het gaat hier om gebieden voor de bescherming van bijzondere habitattypen en planten- en diersoorten (niet zijnde vogels) die zijn opgenomen in respectievelijk Bijlage I en II van deze Richtlijn. In dit artikel een overzicht van de laatste stand van zaken.

 

 Bekalking bij het herstel van gedegenereerde heiden en heischrale graslanden.

Dorland, E., L.J.L. van den Berg, R. Bobbink & J.G.M. Roelofs

Net als in grote delen van Noordwest-Europa zijn in Nederland heiden en heischrale graslanden zowel in oppervlakte als in kwaliteit sterk achteruit gegaan. De daling van het aantal plantensoorten wordt voornamelijk toegeschreven aan de gevolgen van vermesting en verzuring van de bodem. Plaggen als herstelmaatregel blijkt echter lang niet altijd afdoende te helpen. Nader onderzoek naar de bodemchemie van deze gebieden bracht een verhoogde ammoniumconcentratie aan het licht: is bekalken de oplossing?

 

 Veluwse heide blijkt open boslandschap na ecologische interpretatie van het kadastrale archief van 1832.

Clerkx, A.P.P.M. & R.J. Bijlsma

De Veluwe van omstreeks 1800 openbaart zich op kaarten en in reisverslagen als een onmetelijke woestenij van heide en zand. Toch wijzen huidige bosplanten op een lange boshistorie. Hoe valt dit te verklaren? Welke verschijningsvorm van bos staat op oude kaarten afgebeeld? Onderzoek in de gemeente Beekbergen maakt duidelijk hoe het kadastrale archief van 1832 kan worden gebruikt om het oude boslandschap te reconstrueren en de huidige verspreidingspatronen van bosplanten te interpreteren.

 

 Het gebruik van faunapassages onder bruggen bij rijkswegen.

Veenbaas, G. & G.J. Brandjes

Onder en over rijkswegen zijn veel faunapassages aangelegd, waaronder loopplanken en zogenoemde doorgetrokken oevers onder bruggen en in duikers. In hoeverre worden deze ook gebruikt en door welke dieren? In 1999 zijn in De Levende Natuur de voor dit onderzoek gebruikte methoden behandeld met hun voor- en nadelen. Dit artikel beschrijft op basis van drie jaar onderzoek welke dieren van de verschillende typen faunapassages gebruik maken.

 

 Met habotatmodellen het moeras in: beheersinstrument voor moerasvogels.

Hut, R.M.G. van der

De laatste decennia is de broedvogelstand van moerasvogelsoorten sterk achteruitgegaan. Hoe deze achteruitgang te keren? In dit artikel wordt als hulpmiddel een model gepresenteerd wat aan kan geven welke beheer- en inrichtingsmaatregelen genomen zouden kunnen worden. Het model is ontwikkeld aan de hand van gegevens over het leefgebied van o.a. de Roerdomp. Een inventarisatie op structuurkenmerken van moerasvegetatie is hiervoor een voorwaarde, maar dan kunnen er gerichte adviezen gegeven worden, zoals blijkt uit voorbeelden in de Wieden en Twiskepolder.