De Levende Natuur nummer 4 van 2004 (Papieren magazine)

Afbeelding

DLN 2004-4

 

 Rendement verbindingszones.

Redactie

In dit nummer spreekt het Milieu- en Natuurplanbureau zijn zorgen uit over de gevolgen van de Nota Ruimte voor de natuur in Nederland. Hoe zal de natuur er in 2020 of 2050 voor staan; natuur ingeklemd tussen economische bedrijvigheid? Zijn dat steden met grote parkachtige toestanden langs de randen? En hoe versnipperd zal onze natuur zijn? Hoe zal de soortensamenstelling over 20 jaar veranderd zijn van een bos, een sloot? Eén ding is zeker: winnaars zijn de soorten, inclusief de nieuwkomers, die zich weten aan te passen. Steeds vaker zie je nu al scholeksters op daken broeden. Die hebben het begrepen. Om in onze lage landen te overleven moet je je kunnen aanpassen. Ook een Grutto zal het moeten leren, anders is het einde verhaal over 20 jaar. En dat zal ook gelden voor veel andere soorten; soorten uit een voorbij economisch tijdperk. Het zou overigens interessant zijn om na te gaan wat voor gemeenschappelijke kenmerken de soorten planten en dieren hebben die de afgelopen eeuw kans hebben gezien hun gewoonten aan te passen en een andere niche in te nemen. Passen zij eenvoudig onder de noemer cultuurvolgers of is het ingewikkelder dan dat?

 

 Water werkt!

Saris, F.J.A., R.S.E.W. Leuven & M.C. de Vriend

Eind vorige eeuw bleek dat het rioolsysteem in de dorpen Beek en Ubbergen op de stuwwal bij Nijmegen niet meer aan moderne milieueisen voldeed. De Gemeente Ubbergen moest kiezen voor vergroting van berging of beperking van afvoer via het rioolsysteem. Geïnspireerd door de aanbevelingen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (2000) is gekozen voor het laatste. Het resultaat is een nieuw, zichtbaar watersysteem, waarbij veel minder water in het riool verdwijnt en juist creatief en natuurvriendelijk wordt ingezet: een succesvol praktijkvoorbeeld van vernieuwend waterbeheer!

 

 Nota Ruimte: ruimte voor natuur?

Dirkx, G.H.P. & R. Kuiper

De in april verschenen Nota Ruimte integreert het ruimtelijke beleid van de Rijksoverheid in één nota: deze is de opvolger van zowel de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening (1996) als het Structuurschema Groene Ruimte (1995). Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft de nieuwe nota beoordeeld. Het vindt dat de nota onvoldoende waarborgen biedt voor de bescherming van natuur, met name doordat deze sterk afhankelijk wordt van de sturing op regionaal niveau.

 

 Kleinschalig plaggen van trilveen.

Beltman, B. & T. van Noordwijk

Om de gevolgen van verzuring of eutrofiëring tegen te gaan is plaggen een veelgebruikte maatregel op minerale gronden. Plagprojecten in duinen, beekdalen en natte en droge heiden gaven veelal positieve resultaten. Deze goede resultaten stimuleerden om op grotere schaal te gaan plaggen. Daarnaast werd begonnen met het toepassen van plaggen in laagveengebieden, op plaatsen met een drijvende, niet-vaste veenbodem. De vraag in dit artikel is wat dat oplevert en hoe het uitgevoerd dient te worden.

 

 Preadvies stuifzanden gereed.

Bakker, Th.W.M., P.D. Jungerius & A.M. Kooijman

 

 Amerikaanse vogelkers groeit ongeremd door bodemleven.

Putten, W. van der & F. Rienks

Waar bodemschimmels de Amerikaanse vogelkers in zijn land van herkomst onder de duim houden, daar is juist het omgekeerde aan de hand in Nederland. Hier helpen bodemorganismen de exoot om uit te groeien tot een plaag: de alom bekende Bospest. Wat betekent dit voor het beheer?

 

 Verbraming: oorzaken en ecologische plaats.

Bijlsma, R.J.

Over verbraming bestaan veel misverstanden. Van verbraming is sprake als braamstruiken een aaneengesloten vegetatielaag vormen over een oppervlakte van tenminste enkele aren. Omdat inmiddels van de honderden onderscheiden soorten braam de verspreiding en de standplaats goed bekend zijn, is het mogelijk ecologisch onderzoek aan bramen te nuanceren en algemene uitspraken over de ecologie van bramen opnieuw te beoordelen. Dit artikel schetst verbraming in historisch perspectief, documenteert de achtergronden en vormen van verbraming en brengt het dominant optreden van bramen terug tot een natuurlijk verschijnsel in het oude en huidige cultuurlandschap.