De Levende Natuur nummer 1 van 2006 (Papieren magazine)
Afbeelding
Het nut van een landschapsmanifest.
Redactie
Bebouwingskorrels.
Maas, F.
Besmettingsrisico's tussen vrijlevende en gehouden hoefdieren.
Groot Bruinderink, G.W.T.A. & D.R. Lammertsma
Omdat er de laatste jaren steeds meer landbouwhuisdieren in Europese ecosystemen zijn gekomen, is de vraag urgenter welke rol deze mogelijk spelen bij verspreiding van ziektes. Deze vraag werd versterkt door de recente uitbraken van MKZ en Klassieke varkenspest. Bekend is dat de omgang met ‘wilde’ dieren verschilt tussen landbouwers en natuurbeheerders. In dit artikel wordt ingegaan op de overdracht van ziektes tussen vrijlevende en gehouden hoefdieren.
Holten en strubben in het stroomgebied van de Drentse Aa.
Smeenge, H.
In het Stroomdallandschap Drentse Aa bevinden zich nog oude bossen, met name langs de esranden of tussen es en (voormalige) heidegronden. Afhankelijk van hoe zij in het verleden gebruikt werden, worden deze bossen holten of strubben genoemd. Historisch-ecologisch onderzoek maakt onderscheid tussen beide typen bossen mogelijk en werpt daarmee nieuw licht op gewenste beheersvormen.
Een nieuwe impuls voor verdrogingsbestrijding?
Vegter, U., L. Smilde, R. van Veen & N.F. Altena
Al langer wordt onderkend dat verdroging in onze natuurgebieden een groot probleem vormt; nieuwe impulsen voor de bestrijding daarvan zijn dan ook hard nodig. In dit artikel wordt de aanpak in Groningen en Noord-Drenthe als voorbeeld gepresenteerd. Hier wordt geprobeerd herstel van natte natuurgebieden te bespoedigen door verdrogingsproblematiek mee te laten liften met de oplossing van andere waterproblemen en door de oprichting van een forum, waar provincies, waterschappen en terreinbeheerders elkaar ontmoeten.
Vestiging van planten in Schepping, een nieuw natuurgebied in Drenthe.
Arnolds, E.J.M.
Schepping is een klein natuurgebied bij Beilen, dat vanuit een intensief agrarische situatie op particulier initiatief sinds 1975 is omgevormd. Bij de ontwikkeling van biotopen is gestreefd naar het creëren van nieuwe, kansrijke milieus. Moeilijkheid hierbij was dat de nieuwe voedselarme habitats niet grenzen aan overeenkomstige natuurgebieden. Welke hogere plantensoorten vestigen zich in dit geïsoleerd gelegen habitatontwikkelingsgebied? Kunnen deze soorten zich handhaven en uitbreiden? Wat is de herkomst van de nieuwkomers? De auteur prefereert de term habitatontwikkeling boven natuurontwikkeling, omdat het gaat om het creëren van nieuwe milieuomstandigheden, waarna planten en dieren zich spontaan vestigen.
Herstel van vismigratie.
Kroes, M.J. & S. Monden
Eén van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van zoetwatervissoorten in Europa is het inperken van leefomgeving en migratiemogelijkheden, onder andere door de aanleg van stuwen, gemalen, dijken of het afsluiten van zeearmen. Inmiddels zijn diverse visdoorgangen gerealiseerd, maar niet alle oplossingen blijken even goed afgestemd te zijn op de gedragingen van de aanwezige vissoorten. In een recent verschenen handboek wordt tot op ontwerpniveau een overzicht van alle bestaande typen oplossingen voor herstel van vismigratie gegeven.
Natuurontwikkeling Geeserstroom.
Lammerts, E.J. & B.A. de Jong
In Zuid-Oost Drenthe wordt de waterhuishouding in het Geeserstroomgebied hersteld. Tegelijk wordt kennis opgedaan van de verschralende effecten van verschillende beheersvormen.