De Levende Natuur nummer 4 van 2010 (Papieren magazine)

Afbeelding

DLN 2010-4

 

Een verkennende studie naar de bodemkwaliteit van Gelderse habitatgebieden: beschrijving van de methode

G.W.W. Wamelink, M. van Adrichem & H.F. van Dobben

Informatie over de milieukwaliteit is nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre gestelde doelen in een natuurgebied realistisch zijn en welke investeringen nodig zijn om de gewenste milieukwaliteit te bereiken. Die informatie kan worden verkregen door het nemen en analyseren van een groot aantal bodemmonsters. Dat is echter kostbaar. In dit artikel presenteren de auteurs een alternatieve methode die is toegepast in de provincie Gelderland. Tegelijkertijd is dit artikel een oproep tot een discussie over de methode.

Stikstofdepositie in kalkrijke en kalkarme duinen: gaat het wel zo goed?

A.M. Kooijman, A. van Hinsberg, H. Noordijk, M. van Til & C. Cusell

Hoewel de N-depositie in de duinen vergeleken met andere delen van Nederland relatief laag is, zien de duinbeheerders deze gunstige ontwikkeling niet terug in de vegetatie. De vraag is waarom niet. Alle reden om nog eens kritisch te kijken naar de stikstofwaarden in de duinen. Het gaat dan niet alleen om N-depositie, maar ook om een erfenis uit het verleden en de variatie in gevoeligheid voor hoge N-depositie in verschillende duingebieden, wat consequenties heeft voor het beheer.

Column: Meer vogels of meer recreatie?

Bart Van Tooren

"In het vorige nummer van DLN werd o.a. aandacht besteed aan de verhouding recreatie-natuur. De auteurs betoogden dat de recreatie in de natuurgebieden veel te ver is doorgeschoten en dat het sterk terugdringen van die recreatie essentieel is voor behoud of herstel van de vogelstand.
Elke goede beheerder zal dit knelpunt onderkennen en zeggen dat er wordt gestreefd naar een balans tussen de belangen van de recreant en die van de natuur. Daarbij zal die beheerder in de overwegingen betrekken dat ook vogels indirect gebaat zijn bij openstelling: als je opgroeit zonder natuur die je ook kunt voelen en ruiken word je later geen natuurbeschermer." Lees meer...

Laten we de Kleine heivlinder verzanden?

J.H. Bouwman, N.G. Peet, R. Ketelaar & L. Soerink

De Kleine heivlinder (Hipparchia statilinus) is in Nederland zo hard achteruitgegaan dat nog maar één populatie rest: in het Kootwijkerzand op de Veluwe. Door deze kleine populatieomvang moet gevreesd worden voor het voortbestaan in Nederland. Welke oorzaken liggen ten grondslag aan het zo zeldzaam worden van deze vlinder? Welke kansen zijn er tot herstel van het leefgebied: de binnenlandse stuifzanden? Welke kansen zijn er op succes? De Kleine heivlinder is een interessante casus voor de Nederlandse natuurbescherming, omdat de vraag opgeworpen kan worden hoeveel we nog bereid zijn te investeren in deze soort.

Publieke acceptatie van beheermaatregelen voor wilde dieren

M.H. Jacobs, M.T.J. Sijtsma & J.J. Vaske

Wilde dieren roepen vaak sterke emoties en fascinatie op. Toch is de verhouding van mensen tot wilde dieren lang niet altijd positief: sommige soorten gedijen zo goed dat ze overlast voor de mens veroorzaken. Bekende voorbeelden zijn de ganzen die gewassen van boeren opeten, en de herten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen die tuinen vernielen en gevaar voor het verkeer opleveren. Ook het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen, waarvan een deel in de winter sterft door voedselgebrek, leidt tot maatschappelijk debat. De aandacht in de media, de uiteenlopende meningen over goede oplossingen, en de bemoeienis van de hoogste Nederlandse beleidsorganen laten zien dat wildbeheer vaak controversiële kwesties betreft. En zo wordt wildbeleid en -beheer, naast een ecologische, ook een maatschappelijke kwestie. In dit artikel worden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de acceptatie van maatregelen voor wildbeheer en de samenhang tussen deze acceptatie en dieperliggende denkbeelden over wild en wildbeheer.

Hoe overleeft de honingbij onze beschaving?

De afgelopen jaren waren er vaak berichten over de dramatische sterfte of verdwijning van bijenvolken, zowel in Nederland als elders in Europa en ook in de Verenigde Staten. Dit artikel gaat in op de achteruitgang en problemen van de honingbij, tipt ook de andere bestuivende insecten aan en geeft een overzicht van de belangrijkste oorzaken van bijensterfte en achteruitgang van bestuivers.

Werk in uitvoering; Leren van Ruiten Aa-herstel bij Vlagtwedde: over kronkels in water én werk.

P.C.M. Hendriks, U. Vegter, R. Schuiling, J. Kuipers & A.P.H. van den Berg van Saparoea

Met excursie op 18 september!

Het Ruiten Aa-dal is de spil van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) in Westerwolde in de provincie Groningen. De EHS voorziet hier via inrichting van reservaat- en beheergebieden in ongeveer 2500 hectare beekdalherstel. Inmiddels is weer een deel van dit herstel uitgevoerd, waarbij het ontwerp van een deel van de loop van de ‘nieuwe’ Ruiten Aa een grote rol speelde. Er is veel geleerd van dit project.

Uit de gebieden van Staatsbosbeheer

Deze pagina is samengesteld en gefinancierd door Staatsbosbeheer

Boekbesprekingen